In afwijking van het eerste lid, is het tweede lid eveneens van toepassing indien de overleden echtgenoot een hoofdambt uitoefende in de zin van § 2, derde lid, maar hij een pensioen genoot bedoeld in artikel 118, § 2, 2°, 3° of 4°, van voormelde wet van 26 juni 1992 of hij aanspraak had kunnen maken op zo een pensioen als hij niet overleden was voor de ingangsdatum ervan».
Par dérogation à l'alinéa 1, l'alinéa 2 est également applicable si le conjoint décédé exerçait une fonction principale au sens du § 2, alinéa 3, mais qu'il a bénéficié d'une pension visée à l'article 118, § 2, 2°, 3° ou 4°, de la loi du 26 juin 1992 précitée ou qu'il aurait pu prétendre à une telle pension s'il n'était pas décédé avant la date de prise de cours de celle-ci».