a) de in verhouding grote omvang van de gebieden op hun grondgebieden die zijn getroffen door of kwetsbaar zijn voor woestijnvorming en verdroging en de grote verscheidenheid van deze gebieden wat betreft klimaat, topografische situatie, grondgebruik en sociaal-economische stelsels;
a) la forte proportion de zones touchées, ou susceptibles d'être touchées, sur le territoire de ces pays, et la grande diversité de ces zones en ce qui concerne le climat, la topographie, l'utilisation des sols et les systèmes socio-économiques;