Moeten de beginselen van Unierecht, in het bijzonder het vrij verrichten van diensten, alsmede het ar
rest van het Hof in zaak C-186/11 aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een, als „preventief” aangemerkt permanent verbod van grensoverschrijdende bemiddeling bij sportweddenschappen of aan de oplegging van een sanctie ter zake, indien het verbod of de sanctie
erop berust dat het voor de desbetreffende autoriteit niet „onmiddellijk, dit wil
zeggen ni ...[+++]et zonder nader onderzoek duidelijk was”, dat de bemiddeling aan alle materiële vergunningvereisten — afgezien van het staatsmonopolie — voldoet? Les principes du droit de l’Union, et notamment la libre prestation des services, ainsi que l’arrêt Stanleybet International e.a (C-186/11 et C-209/11, EU:C:2013:33) doivent-ils être
interprétées en ce sens qu’ils font obstacle à une interdiction durable et décrite comme «préventive» ou à une sanction de l’intermédiation transfrontalière des paris sportifs, lorsque cela est motivé par le fait que, à la date de la décision, il n’était pa
s [Or. 3]«manifeste pour l’autorité d’interdiction, c’est-à-dire perceptible sans autre examen» que
...[+++]l’activité d’intermédiation satisfaisait à l’ensemble des conditions matérielles d’autorisation abstraction faite du monopole d’État?