« In de eerste paragraaf van artikel 6 verbinden de Partijen er zich toe om hun politie- en immigratiediensten wederzijdse bijstand te laten verlenen ter opsporing van de misdrijven, bedoeld in artikel 2 van het Verdrag (32), voor zover de uitvoering ervan niet onderworpen is aan de bevoegdheid van de gerechtelijke overheden en voor zover geen dwangmiddelen moeten worden toegepast.
« Au premier paragraphe de l'article 6, les parties s'engagent à prêter mutuellement assistance à leurs services de police afin de détecter les délits visés à l'article 2 du Traité (32) et pour lutter contre eux, pour autant que l'exécution de celle-ci ne soit pas soumise à la compétence des autorités judiciaires et pour autant qu'aucun moyen de contrainte ne doive être exercé.