Art. 9. Voor de beroepgerichte bachelors in het hoger onderwijs met volledig leerplan, kan de methode van het alternerend onderwijs alleen worden toegepast wanneer de student de leeractiviteiten heeft gevolgd waaruit de onderwijseenheden van het eerste kwadrimester van het eerste leerjaar van de eerste studiecyclus bestaan, met minstens dertig studiepunten.
Art. 9. Dans les bacheliers professionnalisants en enseignement supérieur de plein exercice, la méthodologie de l'alternance ne peut être appliquée que lorsque l'étudiant a suivi les activités d'apprentissage constitutives des unités d'enseignement du premier quadrimestre de la première année du premier cycle d'études, auxquelles est associé au minimum un total de trente crédits.