Wat de in het geding zijnde bepaling betreft, vermeldt de parlementaire voorbereiding : « De langstlevende echtgenoot krijgt de volle eigendom van de gemeenschap en het vruchtgebruik op de persoonlijke goederen van de eerststervende » (Parl. St., Kamer, 1974-1975, nr. 298/6, p. 3).
En ce qui concerne la disposition en cause, les travaux préparatoires mentionnent : « Le conjoint survivant reçoit la pleine propriété de la communauté et l'usufruit des biens personnels du prédécédé » (Doc. parl., Chambre, 1974-1975, n° 298/6, p. 3).