Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ad acta gelegde zaak
Beginsel van wederzijdse erkenning
Burgerrechtelijke zaak
Cassis-van-Dijon-zaak
Civielrechtelijke zaak
De zaak in gereedheid brengen
Een zaak beginnen
Een zaak oprichten
Een zaak opzetten
Geclasseerde zaak
Geseponeerde zaak
Inboedel
Opheffing van de zaak
Roerend eigendom
Roerend goed
Roerende goederen
Roerende zaak
Roerendgoedrecht
Sluiting van een fabriek
Sluiting van een onderneming
Theoretisch model van een zaak formuleren voor therapie
Toezicht houden op het beheer van een etablissement
Toezicht houden op het beheer van een zaak

Vertaling van "eg zaak " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
ad acta gelegde zaak | geclasseerde zaak | geseponeerde zaak

affaire classée


een zaak beginnen | een zaak oprichten | een zaak opzetten

commencer son activité | lancer une affaire | se mettre à son compte


burgerrechtelijke zaak | civielrechtelijke zaak

affaire de droit civil


roerend eigendom [ inboedel | roerende goederen | roerende zaak | roerend goed | roerendgoedrecht ]

propriété mobilière [ bien meuble | bien mobilier | droit mobilier ]


opheffing van de zaak [ sluiting van een fabriek | sluiting van een onderneming ]

cessation d'activité [ fermeture d'entreprise | fermeture d'usine ]


beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

principe de reconnaissance mutuelle [ affaire Cassis de Dijon ]


theoretisch model van een zaak formuleren voor therapie

formuler un modèle de conceptualisation de cas pour la thérapie


toezicht houden op het beheer van een etablissement | toezicht houden op het beheer van een zaak

superviser la gestion d’un établissement


veroordeling in civiele en strafrechtelijke zaak zonder gevangenzetting

Condamnation, sans emprisonnement, après procès civil ou pénal


de zaak in gereedheid brengen

mettre l'affaire en état
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Er werd gekozen voor het bureau Clifford Chance Llp; - Richtlijn 1999/37/EG (Zaak C-150/11). Niet-naleving van artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), zaak aanhangig gemaakt op 28 maart 2011.

Le prestataire choisi était Clifford Chance Llp; - la Directive 1999/37/CE (Affaire C-150/11) concernant le manquement au titre de l'article 258 du Traité sur le Fonctionnement de l'Union Européenne (TFUE), introduit le 28 mars 2011.


Deze zaak werd toevertrouwd aan de associatie Lallemand Legros; - Richtlijn 2000/53/EG (Zaak C-391/11). Omzetting van de richtlijn betreffende de autowrakken.

Cette mission était traitée par l'association d'avocats Lallemand et Legros; - la Directive 2000/53/CE (Affaire C-391/11) relative à la transposition de la Directive relative aux véhicules hors d'usage.


[38] Arresten van het Gerecht van 6.9.2013 in de gevoegde zaken T-35/10 en T-7/11, Bank Melli Iran; zaak T-493/10 Persia International Bank plc; gevoegde zaken T-4/11 en T-5/11, Export Development Bank of Iran; zaak T-12/11, Iran Insurance Company; zaak T-13/11, Post Bank Iran; zaak T-24/11, Bank Refah Kargaran; zaak T-434/11, Europäisch-Iranische Handelsbank AG; gevoegde zaken T-42/12 en T-181/12, Naser Bateni; zaak T-57/12, Good Luck Shipping, en zaak T-110/12, Iranian Offshore Engineering Construction Co./Raad.

[38] Arrêt du Tribunal dans les affaires jointes T-35/10 et T-7/11, Melli Bank Iran; Affaire T-493/10 Persia International Bank plc; affaires jointes T-4/11 et T-5/11 Export Development Bank of Iran; T-12/11 Iran Insurance Company; T-13/11 Post Bank Iran; T-24/11 Bank Refah Kargaran; T-434/11 Europäisch-Iranische Handelsbank AG; affaires jointes T-42/12 et T-181/12 Naser Bateni; T-57/12 Good Luck Shipping, et arrêt du 6 septembre 2013 dans l'affaire T-110/12 Iranian Offshore Engineering Construction Co. contre le Conseil,.


EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62017CN0536 - EN - Zaak C-536/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 11 september 2017 door Josel, SL tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 juni 2017 in zaak T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // Hogere voorziening ingesteld op 11 september 2017 door Josel, SL tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 juni 2017 in zaak T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // (Zaak C-536/17 P)

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62017CN0536 - EN - Affaire C-536/17P: Pourvoi formé le 11 septembre 2017 par Josel, SL contre l’arrêt du Tribunal (sixième chambre) rendu le 28 juin 2017 dans l’affaire T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // Pourvoi formé le 11 septembre 2017 par Josel, SL contre l’arrêt du Tribunal (sixième chambre) rendu le 28 juin 2017 dans l’affaire T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // (Affaire C-536/17P)


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Hof onderzoekt de middelen in de onderstaande volgorde : Ten aanzien van de ontvankelijkheid (B.2-B.7) : - Wat de bevoegdheid van het Hof betreft (B.3-B.5); - Wat de uiteenzetting van de middelen en de grieven betreft (B.6-B.7); Ten gronde (B.8-B.63) : - Wat het hoorrecht betreft (zaak nr. 6187) (B.8-B.24) : 1. Het hoorrecht in eerste en laatste administratieve aanleg (B.11-B.19); a) De artikelen 10 en 11 van de Grondwet (B.13-B.14); b) Artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus (B.15-B.19); 2. De opheffing van hoofdstuk VII (artikelen 4.7.1 tot 4.7.26/1) van d ...[+++]

La Cour examine les moyens dans l'ordre suivant : Quant à la recevabilité (B.2-B.7) : - En ce qui concerne la compétence de la Cour (B.3-B.5); - En ce qui concerne l'exposé des moyens et des griefs (B.6-B.7); Quant au fond (B.8-B.63) : - En ce qui concerne le droit d'être entendu (affaire n° 6187) (B.8-B.24) : 1. Le droit d'être entendu en première et dernière instance administrative (B.11-B.19); a) Les articles 10 et 11 de la Constitution (B.13-B.14); b) L'article 23 de la Constitution, combiné ou non avec les articles 3 et 9 de la Convention d'Aarhus (B.15-B.19); 2. L'abrogation du chapitre VII (articles 4.7.1 à 4.7.26/1) du Code ...[+++]


De verzoekende partijen in de zaak nr. 6190 voeren in het tweede middel een schending aan van de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, van artikel 7bis van de Grondwet, van het grondwettelijke beginsel van de scheiding der machten en van artikel 4, onder c), van de richtlijn 2006/11/EG en van artikel 23, lid 2, van de richtlijn 2008/98/EG, omdat de bestreden artikelen 68, 82, 83, 203, 204, 205 en 206 van het Omgevingsvergunningsdecreet een principieel permanent karakter van de omgevingsvergunning invoeren.

Les parties requérantes dans l'affaire n° 6190 allèguent, dans le deuxième moyen, la violation des articles 10, 11 et 23, alinéa 3, 4°, de la Constitution, de l'article 7bis de la Constitution, du principe constitutionnel de la séparation des pouvoirs et de l'article 4, point c), de la directive 2006/11/CE et de l'article 23, paragraphe 2, de la directive 2008/98/CE, au motif que les articles 68, 82, 83, 203, 204, 205 et 206, attaqués, du décret sur le permis d'environnement instaurent le principe du caractère permanent du permis d'environnement.


Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft zich moeten uitspreken over de reikwijdte van de subsidiaire bescherming naar aanleiding van de zaak-Diakité (Zaak C-285/12). Het Hof wees in dat verband op 30 januari 2014 een arrest met daarin een aantal interessante preciseringen met betrekking tot de interpretatie van artikel 15 van richtlijn 2004/83/EG (nu 2011/95/EU) inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming.

Amenée à se prononcer sur les contours du régime de la protection subsidiaire, la Cour de justice de l'Union européenne (CJUE) a rendu, le 30 janvier 2014, l'arrêt Diakité (aff. C-285/12) porteur d'intéressantes précisions sur l'interprétation à donner de l'article 15, de la directive 2004/83/CE (devenue depuis 2011/95/EU) concernant les normes minimales relatives aux conditions que doivent remplir les ressortissants des pays tiers ou les apatrides pour pouvoir prétendre au statut de réfugié ou les personnes qui, pour d'autres raisons, ont besoin d'une protection internationale, et relatives au contenu de ces statuts.


(108) Dit is in feite het type analyse dat de Commissie in het verleden bij beschikkingen inzake collectieve machtsposities maakte, zie bijvoorbeeld zaak nr. IV/M.190, Nestlé/Perrier (PB L 356 van 5.12.1992, blz. 1), de zaak Gencor/Lonrho, op. cit., zaak nr. IV/M.1383, Exxon/Mobil, punt. 259, zaak nr. IV/M.1524, Airtours/First Choice, PB L 93 van 13.4.2000, blz. 1, en zaak nr. COMP/M.2499, Norske Skog/Parenco/Walsum, punt 76; zie ook, Airtours v Commission, aangehaald arrest, r.o.

(108) C'est essentiellement à ce type d'analyse que la Commission a eu recours dans ses dernières décisions concernant la position dominante conjointe; voir, par exemple, l'affaire IV/M.190 - Nestlé/Perrier, (JO L 356 du 5.12.1992, p. 1), Gencor/Lonrho, précité, l'affaire IV/M.1383 - Exxon/Mobil, point 259, l'affaire IV/M.1524 - Airtours/First Choice (JO L 93 du 13.4.2000, p. 1), et l'affaire COMP/M.2499 - Norske Skog/Parenco/Walsum, point 76; voir aussi, arrêt Airtours contre Commission, précité, point 62.


(65) De Commissie is bij toepassing van deze criteria tot de bevinding gekomen dat, wat vaste infrastructuur betreft, de vraag naar gehuurde transmissiecapaciteit en de levering van aanverwante diensten aan andere exploitanten plaatsvindt op groothandelsniveau (de markt voor telecommunicatiediensten ten behoeve van andere verrichters van telecommunicatiediensten ("carrier's carrier services")), zie zaak nr. IV/M.683, GTS-HERMES Inc./HIT Rail BV, punt 14, zaak nr. IV/M.1069, WorldCom/MCI (PB L 116 van 4.5.1999, blz. 1), de zaak Unisource (PB L 318 van 20.11.1997, blz. 1), de zaak Phoenix/Global One (PB L 239 van 19.9.1996, blz. 57), en za ...[+++]

(65) En appliquant ces critères, la Commission a constaté que, pour ce qui concerne l'infrastructure fixe, la location de capacités de transmission et la fourniture de services associés à d'autres opérateurs correspondaient au marché de gros (marché de la fourniture de services de transport aux opérateurs); voir l'affaire IV/M.683 - GTS-Hermes Inc./HIT Rail BV, point 14, les affaires IV/M.1069 - WorldCom/MCI (JO L 116 du 4.5.1999, p. 1), Unisource (JO L 318 du 20.11.1997, p. 1), Phoenix/Global One (JO L 239 du 19.9.1996, p. 57), et l'affaire IV/JV.2 - Enel/FT/DT.


[3] Zie onder meer arrest van 6 december 1989 in zaak C-329/88, Commissie/Griekenland, Jurispr. 1989, blz. 4159; arrest van 27 november 1990 in zaak C-200/88, Commissie/Griekenland, Jurispr. 1990, blz. I-4299; arrest van 21 januari 1999 in zaak C-207/97, Commissie/België, Jurispr. 1999, blz. I-275; arrest van 25 november 1999 in zaak C-212/98, Commissie/Ierland, Jurispr. 1999, blz. I-8571; arrest van 6 juli 2000 in zaak C-236/99, Commissie/Koninkrijk België, Jurispr. 2000, blz. I-05657; arrest van 14 mei 2002 in zaak C-383/00, Commissie/Bondsrepubliek Duitsland, Jurispr. 2002, blz. I-04219.

[3] Voir notamment l’arrêt du 6 décembre 1989 dans l’affaire C-329/88, Commission/Grèce (Recueil 1989, p. 4159), l’arrêt du 27 novembre 1990 dans l’affaire C-200/88, Commission/Grèce (Recueil 1990, p. I-4299), l’arrêt du 21 janvier 1999 dans l’affaire C-207/97, Commission/Belgique (Recueil 1999, p. I-275), l’arrêt du 25 novembre 1999 dans l’affaire C-212/98, Commission/Irlande (Recueil 1999, p. I-8571), l’arrêt du 6 juillet 2000 dans l’affaire C-236/99, Commission/Royaume de Belgique (Recueil 2000, p. I-05657) et l’arrêt du 14 mai 2002 dans l’affaire C-383/00, Commission/République fédérale d’Allemagne (Recueil 2002, p. I-04219).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'eg zaak' ->

Date index: 2024-07-17
w