In Besluit 2010/408/EU stelde de Raad vast dat voor 2010 gemikt werd op een overheidstekort van 4,1 % van het bbp en dat daarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden, terwijl de bruto overheidsschuld zou uitkomen op 49,9 % van het bbp, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp.
Dans la décision 2010/408/UE, il a constaté que le déficit public prévu se situait à 4,1 % du PIB en 2010, au-delà de la valeur de référence de 3 % du PIB établie par le traité, tandis que la dette publique brute attendue était de 49,9 % du PIB, en deçà de la valeur de référence de 60 % établie par le traité.