64. is ervan overtuigd dat de industrie, om zekerheid bij investeringen te waarborgen, behoefte heeft aan
een ambitieus maar realistisch energiebeleid voor de lange termijn dat garant staat voor concurrerende energieprijzen en continuïteit van de voorziening in de EU, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vermindert, efficiëntie en besparingen bij de productie en consumptie aanmoedigt, energieproductie met zo min mogelijk schadelijke emissies mogelijk maakt, en energiearmoede en koolstoflekken voorkomt; wijst erop dat rechtszekerheid en stabiele kadervoorwaarden, de nodige investeringen en een verdere harmonisatie van de interne
...[+++]markt voor energie van essentieel belang zijn voor de overstap naar koolstofarme productie en voorziening en voor een kostenvermindering voor de industrie; benadrukt dat de infrastructuur voor een trans-Europees energienetwerk – dat ook verwarming omvat en profiteert van de digitale en vervoersnetwerkinfrastructuur – daartoe tijdig en op kostenefficiënte wijze moet worden gemoderniseerd, uitgebreid en slimmer gemaakt („smart grids” en „smart metering”), in het bijzonder met behulp van financiering door de EIB; 64. est convaincu que pour assurer la sécurité de l'investissement, l'industrie a besoin d'une politique énergéti
que ambitieuse mais réaliste axée sur le long terme qui garantisse des prix de l'énergie concurrentiels et la sécurité de l'approvisionnement de l'Union, réduise la dépendance à l'égard des combustibles fossiles, encourage l'efficacité et les économies en matière de production et de consommation, permette une production avec aussi peu d'émissions nuisibles que possible, et empêche la pauvreté énergétique et les fuites de carbone; souligne que la sécurité juridique, des conditions de base stables, des investissements approprié
...[+++]s et la poursuite de l'harmonisation du marché intérieur de l'énergie sont fondamentaux pour le passage à une production et à un approvisionnement à faible émission de carbone et la réduction des coûts industriels; souligne que l'infrastructure d'un réseau transeuropéen de l'énergie, qui inclue le chauffage et tire profit des infrastructures de réseau numériques et des transports, doit donc être renouvelée et étendue en temps utile et avec efficience, ainsi que les infrastructures énergétiques «intelligentes» («smart grids») promues, notamment avec l'aide des fonds de la Banque européenne d'investissement;