3. stelt dat een staat die geweld gebruikt tegen de eigen bevolking daarvan rechtstreekse consequenties moet ondervinden in zijn bilaterale betrekkingen met de Europese Unie; herinnert de hoge vertegenwoordiger van de Unie / vicevoorzitter van de Commissie eraan dat de EU talloze instrumenten tot haar beschikking heeft om voor dergelijk optreden te doen terugschrikken, bijvoorbeeld bevriezing van tegoeden, reisverbod enz.; wijst er evenwel op dat de bevolking als geheel nooit nadeel mag ondervinden van een dergelijke herziening van de bilaterale betrekkingen;
3. affirme que l'usage de la violence par un État contre sa propre population doit avoir des répercussions directes sur ses relations bilatérales avec l'Union européenne; rappelle à la vice-présidente de la Commission / haute représentante de l'Union que l'Union européenne peut utiliser de nombreux instruments pour décourager de tels actes, tels que le gel d'avoirs, les interdictions de voyager, etc.; rappelle toutefois que, d'une manière générale, les peuples ne devraient jamais être affectés par ce réexamen des relations bilatérales;