Deze richtlijn dient de bevoegdheden van de lidstaten voor het naar eigen goeddunken inrichten en organiseren van hun belastingadministratie met het oog op een correcte vaststelling, beoordeling en inning van de belasting over de toegevoegde waarde, alsmede een doeltreffende toepassing van het btw-recht, onverlet te laten.
La présente directive ne devrait pas porter atteinte aux compétences dont disposent les États membres pour structurer et organiser leur administration fiscale comme ils le jugent opportun afin de déterminer, d'évaluer et de percevoir correctement la TVA, ainsi que d'assurer l'application effective des dispositions juridiques en matière de TVA.