Het betreft de eigenaars van ' oppervlakten die niet voor bewoning zijn bestemd [...] [die] niet [kunnen] worden beschouwd als een onmisbaar complement voor de woonfunctie ' (ibid., p. 3) of ' eigenaars van gebouwen die niet voor huisvesting bestemd zijn ' (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1991-1992, A-183/2, p. 6).
Il s'agit de propriétaires de ' surfaces non affectées à la résidence [qui] ne peuvent être tenues pour un complément indispensable à l'habitat ' (ibid., p. 3), ou de ' propriétaires d'immeubles, non destinés à l'habitat ' (Doc. parl., Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, 1991-1992, A-183/2, p. 6).