« Indien een politieke partij, dan wel een component, een lijst, een kandidaat of een gekozen
e bij eindvonnis of eindarrest wordt veroordeeld wegens schending van het artikel 14 van het in artikel 15bis bedoelde Verdrag of van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, en niettegenstaande voorziening in cassatie, kan de dotatie die krachtens dit hoofdstuk aan de in artikel 22 bedoelde instelling wordt toegekend, door de Controlecommissie worden ingetrokken, hetzij ten belope van het dubbele van het bedrag van de voor het stellen van die daad gefinancierde of gedane uitgaven, hetzij voo
...[+++]r een periode die niet korter mag zijn dan drie maanden, noch langer dan één jaar.« Lorsqu'un parti politique, une de ses composantes, une de ses listes, un de ses candidats ou un
de ses mandataires sont condamnés, par un jugement définitif ou un arrêt définitif, pour violation de l'article 14 de la Convention visée à l'article 15bis ou de la loi du 30 juillet 1981 tendant à réprimer certains actes inspirés par le racisme ou la xénophobie, et nonobstant tout pourvoi en cassation, la dotation qui, en vertu du présent chapitre, est allouée à l'institution visée à l'article 22, peut être supprimée par la commission de contrôle, soit à concurrence du double du montant des dépenses financées ou réalisées pour l'accomplisse
...[+++]ment de l'acte incriminé, soit pendant une période qui ne peut être inférieure à trois mois ni supérieure à un an.
