6° Tot slot is ook artikel 51, § 2, van dezelfde wet volledig vreemd aan de problematiek die aan bod komt in de thans voorliggende bepaling, aangezien het betrekking heeft op de bevoegdheid die verleend wordt aan het BIPT om « aan operatoren die de toegang tot de eindgebruikers controleren, verplichtingen [op te leggen] met inbegrip van nationale roaming voor zover noodzakelijk om eind-tot-eindverbindingen of interoperabiliteit van diensten te verzekeren » (20).
6° Enfin, l'article 51, § 2, de la même loi est également totalement étranger à la problématique concernée par la disposition à l'examen puisqu'il a trait au pouvoir conféré à l'I. B.P.T. « d'imposer aux opérateurs qui contrôlent l'accès aux utilisateurs finals les obligations nécessaires y compris l'itinérance nationale pour garantir la connectivité de bout en bout ou l'interopérabilité des services » (20).