Die heeft te maken met de criminogene invloed van de openbaarheid (die zou de misdaad alledaags maken en ze suggereren), met de nodige onafhankelijkheid en onbewogenheid van
de magistraten (zij moeten worden onttrokken aan de druk van de publieke opinie en van degenen die persoonlijk bij de procedure zijn betrokken), met het streven het vermoeden van onschuld te eerbiedigen en de morele integriteit en het privé-leven van de rechtsonderhorigen in acht te nemen, en ten slotte met de meer p
ragmatische eis met betrekking tot de doeltreffend ...[+++]heid van het onderzoek (er zijn waarborgen nodig in verband met de snelheid waarmee het onderzoek wordt gevoerd en met het verrassingseffect bij sommige onderzoeksdaden, de getuigen mogen niet worden beïnvloed enzovoort) (5).Il repose sur plusieurs considérations. Elles tiennent à l'influence criminogène de la publicité (cette dernière banaliserait et suggérerait le crime), à l'indépendance et à la sérénité nécessaires des magistrats (
il faut les dégager tant des pressions de l'opinion publique que de celles des acteurs privés de la procédure), au souci de respecter la présomption d'innocence et de préserver l'intégrité morale et la vie privée des justiciables, et enfin, à l'exigence, plus pragmatique, d'efficacité de l'enquête (il convient de garantir la célérité dans la conduite des enquêtes,
l'effet surprise de certains ...[+++] devoirs d'instruction, d'éviter la subornation des témoins, et c.) (5).