Art. 2. Er kan in het geval van individuele aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning worden afgeweken van de eisen inzake minimale weguitrusting, vastgelegd in artikel 100, § 1, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, behoudens voor het elektriciteitsnet, voor het bouwen van een woning, als aan al de volgende voorwaarden voldaan is :
Art. 2. En cas de demandes individuelles d'autorisations urbanistiques, il peut être dérogé aux exigences en matière d'équipement routier minimal, fixées à l'article 100, § 1, premier alinéa, du décret du 18 mai 1999 relatif à l'organisation de l'aménagement du territoire, sauf en ce qui concerne le réseau électrique, la construction d'une habitation, lorsqu'il a été répondu aux conditions suivantes :