« Schendt artikel 1047,
tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, doordat het eist dat een gerechtsdeurwaardersexploot wordt betekend om verzet te doen tegen een verstekvonnis gewezen in het kader van een vordering ingeleid bij een verzoekschrift op tegenspraak (te dezen met toepassing van de artikelen 203 van het Burgerlijk Wetboek, 1321 en 1034bis van het Gerechtelijk Wetboek), de artikelen 10 en 11 van de G
rondwet, doordat de eiser op verzet meer moeilijkheden en kosten zou hebben om zijn beroep te formaliseren dan de oorspronkelij
...[+++]ke eiser om zijn vordering in te stellen ?
« L'article 1047, alinéa 2, du Code judiciaire, en ce qu'il impose la signification d'un exploit d'huissier pour former opposition à un jugement rendu par défaut dans le cadre d'une demande introduite par dépôt d'une requête contradictoire (en application, dans le cas d'espèce, des articles 203 du Code civil, 1321 et 1034bis du Code judiciaire), viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le demandeur sur opposition aurait plus de difficultés et de frais à exposer pour formaliser son recours que le demandeur originaire pour introduire sa demande ?