Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat artikel 56, tweede lid, v
an de in het geding zijnde wet, voordat het werd gewijzigd bij de wet van 27 mei 2013, niet afweek van artikel 1053 van het Gerechtelijk Wetboek : « Wanneer het hoger beroep tegen een [...] vonnis [dat uitspraak doet over de vordering tot homologatie] wordt ingesteld door een andere partij dan de sch
uldenaar, [moet] de eiser in hoger beroep zij ...[+++]n hoger beroep [...] richten tegen alle partijen wier belang strijdig is met het zijne en [moet hij] bovendien de andere niet in het beroep komende, niet in beroep gedagvaarde of niet-opgeroepen partijen in de zaak [...] betrekken » (Cass., 8 november 2012, Arr. Cass., 2012, nr. 603).
La Cour de cassation a jugé que l'article 56, alinéa 2, de la loi en cause, avant qu'il soit modifié par la loi du 27 mai 2013, ne dérogeait pas à l'article 1053 du Code judiciaire : « lorsque l'appel d'un [...] jugement [statuant sur la demande d'homologation] est interjeté par une partie autre que le débiteur, l'appelant doit diriger son appel contre toutes les parties dont l'intérêt est opposé au sien et doit, en outre, mettre à la cause les autres parties non appelantes ni déjà intimées ou appelées » (Cass., 8 novembre 2012, Pas., 2012, n° 603).