Wat meer specifiek het verlenen van kredieten in verband met betalingsdiensten betreft, indien die kredietverleningsactiviteit voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, § 3 van de wet, ziet de Bank erop toe, overeenkomstig artikel 21, § 3, d) van de wet, dat
de instelling voor elektronisch geld aan deze activiteit een eigen ve
rmogen toewijst dat minstens gelijk is aan 8 % van het gewogen risicovolume berekend volgens de standaardmethode, overeenkomstig titel V van het reglement op het eigen vermogen van de kredie
...[+++]tinstellingen en de beleggingsondernemingen.
Pour ce qui concerne plus spécifiquement l'activité d'octroi de crédits liés aux services de paiement répondant aux conditions de l'article 77, § 3 de la loi, la Banque veille, conformément à l'article 21, § 3, d) de la loi, à ce que l'établissement de monnaie électronique y alloue un montant de fonds propres au moins équivalent à 8 % du volume pondéré des risques calculé selon la méthode standard, conformément au titre V du règlement relatif aux fonds propres des établissements de crédit et des entreprises d'investissement.