Elk der partners bij een samenlevingscontract behoudt zijn eigen vermogen, ongeacht of het gaat om goederen waarvan hij kan bewijzen dat hij er een recht van eigendom op heeft, om inkomsten uit deze goederen of om de opbrengst van zijn arbeid.
Chacun des partenaires du contrat de vie commune conserve son patrimoine propre, qu'il s'agisse de biens pour lesquels il peut prouver son droit de propriété, des revenus de ces biens ou du produit de son travail.