Art. 370. Indien de netbeheerder het beheer of de exploitatie van een distributienet of van een plaatselijk transmissienet zou waarborgen, ziet hij erop toe zich van elk discriminerend gedrag ten aanzien van de andere beheerders van een distributienet of van een plaatselijk transmissienet te onthouden, onder meer voor wat betreft de gegevens en informatie waarvan hij de inzameling of de behandeling in zijn hoedanigheid van netbeheerder waarborgt.
Art. 370. Le gestionnaire du réseau, au cas où il assurerait la gestion et/ou l'exploitation d'un réseau de distribution ou de transport local, veille à éviter tout comportement discriminatoire vis-à-vis d'autres gestionnaires de réseau de distribution ou de transport local, notamment en ce qui concerne les données et informations dont il assure la collecte ou le traitement en tant que gestionnaire du réseau.