18. doet een beroep op de Raad om te waarborgen dat de lidstaten voortgaan in een geest van partnerschap, samenwerking en wederzijdse opbouw van vertrouwen met de kandidaat-lidstaten teneinde samen de bepalingen van de gedragscode te ontwikkelen en uit te voeren, en daarbij met name belang te hechten aan een doeltreffende eerbiediging van internationale embargo's, die juridisch afdwingbaar zouden moeten zijn op grond van de nationale wetgeving;
18. invite le Conseil à veiller à ce que les États membres progressent avec les pays candidats dans un esprit de partenariat, de coopération et de confiance mutuelle pour développer et mettre en œuvre ensemble les dispositions du code de conduite, en s'attachant tout particulièrement à respecter réellement les embargos internationaux, lesquels devraient avoir force obligatoire, par le biais des législations nationales;