7. wijst erop dat het uiteenlopende ontwikkelingsniveau van de 27 lidstaten in aanmerking moet worden genomen bij de spreiding van de kosten van aanpassing aan de klimaatverandering, en wel zodanig dat dit geen belemmering vormt voor het cohesiebeleid en de geleidelijke nivellering van de levensstandaard in de lidstaten; herinnert eraan dat sommige lidstaten hun verplichtingen om de CO2-emissies te verminderen overeenkomstig het Kyoto-protocol reeds zijn nagekomen; herinnert er tevens aan dat de kosten van aanpassing aan een groenere economie van lidstaat tot lidstaat zullen verschillen naar gelang van hun ontwikkelingspeil en hun energiebronnen, en dringt daarom aan op steun voor onderzoek en onderwikkeling in de lidstaten die bij het st
...[+++]reven naar een groenere economie met aanzienlijke kosten worden geconfronteerd; wijst erop dat de verplichtingen die de ontwikkelde en zich in ontwikkeling bevindende landen aangaan, het vermogen van ieder land om bij te dragen tot emissiebeperking accuraat zouden moeten weerspiegelen;