Aangezien de institutionele financiering van de NMI's en SI's door deelnemende staten overeenkomt met de aan de Empir-projecten toegewezen en niet door de bijdrage van de Unie vergoede overheadkosten, moet het vaste percentage voor de financiering van de indirecte subsidiabele kosten van de NMI's en SI's worden aangepast ten opzichte van het in Verordening (EU) nr /2013 [houdende de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van ‘Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)’] vastgelegde percentage.
Considérant que le financement institutionnel des INM et des ID fourni par les États participants correspond aux frais généraux affectés aux projets EMPIR et non remboursés par la contribution de l'Union, le taux forfaitaire pour le financement des coûts indirects éligibles des INM et des ID doit être adapté par rapport au taux fixé dans le règlement (UE) n° ./2013 [règles de participation et de diffusion des résultats dans le cadre d'Horizon 2020].