11. roept de landen die het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en de IAO-Verdragen nrs. 138 en 182 alsmede de IAO-Verdragen nrs. 87, 98, 141 en 155 nog moeten ratificeren, ertoe op dit onverwijld te doen en deze verdragen snel uit te voeren; is van mening dat regeringen alle nodige beleidsmaatregelen moeten treffen om het bewustzijn met betrekking tot de bestaande nationale en internationale regels op het gebied van kinderarbeid en de centrale IAO-verdragen in de gehele productieketen van katoen te vergroten;
11. invite les pays qui ne l'ont pas encore fait à ratifier et à mettre rapidement en œuvre la convention des Nations unies relative aux droits de l'enfant ainsi que les conventions n° 138 et 182, ou encore n° 87, 98, 141 et 155 de l'OIT; estime que les gouvernements devraient adopter toutes les mesures appropriées afin de favoriser la prise de conscience vis-à-vis des dispositions nationales et internationales en vigueur en matière de travail des enfants ainsi que des principales conventions de l'OIT, et ce à chaque étape de la chaîne de production du coton;