75. onderkent de betekenis van een goede toegankelijkheid voor jongeren van de Comenius-, Erasmus- en Leonardoprogramma’s om in het buitenland te kunnen studeren, en benadrukt het belang hiervan voor een latere arbeidsmobiliteit; verzoekt de Commissie om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de toegang tot deze programma’s te verbreden, met name gelet op de bijzondere eisen die nodig zijn voor kansarme groepen;
75. reconnaît les contributions apportées par les programmes Comenius, Erasmus et Leonardo, qui permettent aux jeunes d'étudier à l'étranger, et souligne leur importance du point de vue de leur mobilité professionnelle ultérieure; demande à la Commission d'examiner la possibilité d'élargir l'accès aux programmes, compte tenu des besoins particuliers des groupes défavorisés;