1. Wanneer een werknemer of de ermede gelijkgestelde persoon, die zich van het ene naar het andere land begeeft om prestaties te bekomen zijn aanspraken op de artikelen 6, 3) of 7, 2), van het Verdrag, dient te doen gelden, is hij ertoe gehouden de bevoegde instelling van het land van zijn nieuwe tewerkstelling aan dewelke de prestaties worden gevraagd, een certificaat over te leggen, ten blijke van de verzekeringstijdvakken die hij in het andere land heeft doorlopen; dit certificaat, waarvan het model in gemeen overleg wordt vastgesteld, wordt uitgereikt :
1. Lorsqu'un travailleur salarié ou assimilé, se rendant d'un pays à l'autre doit, pour obtenir des prestations, invoquer le bénéfice des articles 6, 3) ou 7, 2) de la Convention, il est tenu de remettre à l'institution compétente du pays du nouveau lieu de travail à laquelle les prestations sont demandées, un certificat mentionnant les périodes d'assurance accomplies dans l'autre pays. Ce certificat, dont le modèle est fixé d'un commun accord, est délivré :