27. herinnert aan zijn resolutie van 26 februari 2004, waarin reeds de nadruk werd gelegd op het belang om de afhankelijkheid van de olie-import van Europa te verminderen, die vanuit het oogpunt van de politiek en de prijsvolatiliteit een zware last vormt en waarin technologieplatforms zoals het Europees partnerschap voor een waterstofeconomie werden verwelkomt en waarin verdere investeringen in de meest kosteneffectieve vormen van hernieuwbare energie werden aangemoedigd, die de volatiliteit van de kosten per eenheid energie zouden verminderen,
de zekerheid van de energieaanvoer zouden vergroten, minder schadelijk voor het milieu zouden
...[+++] zijn en mogelijk de aanleiding zou zijn voor een industriële revolutie vergelijkbaar met de IT-geleide industriële revolutie in de VS; 27. rappelle sa résolution du 26 février 2004 qui soulignait déjà "qu'il importe de réduire la dépendance de l'Europe à l'égard des importations pétrolières, lesquelles représentent un lourd fardeau du point de vue politique et en termes d'instabilité des prix", se félicitait "de la mise en place de plates-formes technologiques telles que le partenariat européen pour un économie fondée sur l'hydrogène"; était favorable "à un accroissement des investissements dans les énergies renouvelables les plus performantes, ce qui [permettrait] de réduire l'instabilité du coût unitaire de l'énergie, de renforc
er la sécurité d'approvisionnement énergétique, de ...[+++] limiter les dommages causés à l'environnement et, éventuellement, de déclencher une révolution industrielle semblable à celle qui a été induite par les technologies de l'information aux États-Unis";