21. blijft zich zorgen maken over de waarborging van een continue energievoorziening en de herhaalde gascrises die zich hebben voorgedaan, waaronder de Russisch-Oekraïense crisis van januari 2009, die duidelijk aa
ntonen dat de EU op energiegebied steeds meer is aangewezen op voorzieningsbronnen en doorvoerkanalen waarvan de stabiliteit in gevaar is; onderstreept ook dat het nodig is te voorkomen dat de afhankelijkheid van de EU op energiegebied van derde landen een verzwakking van de onafhankelijkheid van het buitenlands beleid van de EU teweegbrengt; wijst eens te meer op de dringende noodzaak als antwoord op de energieproblematiek te
...[+++] komen met een gemeenschappelijk Europees extern energiebeleid; verzoekt de vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger in dit verband daadwerkelijk gevolg te geven aan de aanbevelingen van het Parlement voor de ontwikkeling van een coherent en gecoördineerd beleid, met name door bevordering van de cohesie van de EU in een constructieve dialoog met de energieleveranciers, met name met Rusland, en met doorvoerlanden, door de ondersteuning van de EU-prioriteiten op energiegebied en de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de lidstaten, door het opzetten van een doeltreffende energiediplomatie en van effectievere mechanismen om crisissituaties het hoofd te bieden en, tenslotte, door bevordering van diversificatie van energieleveranciers, duurzaam energiegebruik en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen; onderstreept dat alleen met een eensgezinde EU-benadering eventuele toekomstige tekorten in de olie- en gasvoorziening van de lidstaten kunnen worden voorkomen en de energiezekerheid van de EU als geheel kan worden vergroot; 21. continue à être préoccupé par la sécurité de l'approvisionnement énergétique et les crises répétées du gaz telles que la crise russo-ukrainienne de janvier 2009 qui a montré la dépendance énergétique grandissante de l'Union européenne par rapport aux sources d'approvisionnement et de voies de transit; souligne également la nécessité de prévenir la dépendance énergétique de l'Union européenn
e à l'égard de pays tiers qui fragilise l'indépendance de la politique étrangère de l'Union; rappelle l'urgence qu'il y a à relever les défis énergétiques en mettant en œuvre une politique européenne extérieure commune de l'énergie; invite, à ce
...[+++]t égard, la vice-présidente/haute représentante à suivre avec détermination les recommandations du Parlement quant à la mise en place d'une politique cohérente et coordonnée, notamment en prônant la cohésion de l'Union dans le cadre d'un dialogue constructif avec les fournisseurs d'énergie, en particulier avec la Russie et les pays de transit, en soutenant les priorités de l'Union en matière énergétique, en défendant les intérêts communs de l'Union, en développant une diplomatie efficace dans le domaine de l'énergie, en se tournant vers des mécanismes plus performants pour répondre aux situations de crise et, enfin, en veillant à diversifier les approvisionnements énergétiques, à en assurer une utilisation durable et à développer les sources d'énergies renouvelables; souligne que seule une approche commune de l'Union pourrait éviter des ruptures futures dans l'approvisionnement des États membres en pétrole et en gaz et pourrait accroître la sécurité énergétique de toute l'Union;