De hoeveelheden vaste brandstoffen en fabrieksgas die door zelfopwekkers worden gebruikt, moeten worden opgegeven voor de volgende energieproducten: antraciet, cokeskool, andere bitumineuze kool, subbitumineuze kool, bruinkool, turf, steenkoolbriketten, cokesovencokes, gascokes, koolteer, bruinkool- en turfbriketten, fabrieksgas, cokesovengas, hoogovengas en oxystaalovengas.
En ce qui concerne les combustibles solides et les gaz manufacturés utilisés par les autoproducteurs, les quantités doivent être indiquées pour les produits énergétiques suivants: anthracite, charbon à coke, autres charbons bitumineux, charbon sous-bitumineux, lignite, tourbe, agglomérés, coke de cokerie, coke de gaz, goudron de houille, briquettes de lignite et de tourbe, gaz d'usine à gaz, gaz de cokerie, gaz de haut-fourneau et gaz de convertisseur à l'oxygène.