Van deze bepalingen benadrukken we meer bepaald artikel 53, dat stelt dat « geen bepaling van onderhavig Verdrag zal worden uitgelegd als beperkingen op te leggen of inbreuken te maken op de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden die kunnen worden verzekerd ingevolge de wetten van enige Verdragsluitende partij of ingevolge enig ander Verdrag waarbij deze Verdragsluitende partij partij is ».
Parmi ces dispositions, il convient en particulier de signaler l'article 53, aux termes duquel « aucune des dispositions de la présente Convention ne sera interprétée comme limitant ou portant atteinte aux droits de l'homme et aux libertés fondamentales qui pourraient être reconnus conformément aux lois de toute Partie contractante ou à toute autre Convention à laquelle cette Partie contractante est partie ».