Indien een kandidaat, die voor geen enkel frequentieblok over het hoogste regelmatige bod beschikt, geen van de drie in het eerste lid vermelde mededelingen doet tijdens de door het Instituut vastgelegde duur van de ronde, zal worden aangenomen dat hij gebruik heeft gemaakt van een paskaart indien de betrokken kandidaat nog paskaarten heeft, overeenkomstig artikel 28.
Si un candidat ne détenant l'offre régulière la plus élevée pour aucun bloc de fréquences, ne fait aucune des trois communications visées à l'alinéa premier dans la durée du tour déterminée par l'Institut, il sera réputé avoir utilisé une carte pour passer si le candidat concerné a encore des cartes pour passer, conformément à l'article 28.