7. herinnert eraan dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) de ruggengraat van onze economie vormen en over een enorm potentieel beschikken om werkgelegenheid te creëren, met name voor jongeren, en om een duaal stelsel van beroepsopleidingen en regelingen voor leerlingplaatsen te bevorderen; benadrukt in dit verband dat meer dan 85 % van alle nieuwe banen in Europa door kmo´s wordt gecreëerd; wijst er evenwel op dat de duale opleidingsstelsels in bepaalde landen niet rechtstreeks en ongewijzigd kunnen worden omgezet maar moeten worden aangepast aan de specifieke omstandigheden in iedere lidstaat;
7. rappelle que les PME constituent l'épine dorsale de notre économie et recèlent un potentiel considérable pour la création d'emplois, notamment chez les jeunes, et la promotion d'un système en alternance de formation professionnelle et de programmes d'apprentissage; souligne, par conséquent, que plus de 85 % de l'ensemble des nouveaux emplois en Europe voient le jour grâce aux PME; rappelle néanmoins que les systèmes de formation en alternance ne peuvent pas s'appliquer directement et sans modifications dans certains pays et qu'ils devraient être adaptés au contexte de chaque État membre;