In advies 30.576/3 van 27 februari 2001 over het ontwerp dat geleid heeft tot het decreet van het Vlaamse Gewest van 1 maart 2002 houdende instemming met het verdrag dat ook het voorwerp is van het voorliggende ontwerp, heeft de Raad van State geoordeeld dat er goede redenen waren om in het betrokken decreet een voorbehoud op te nemen.
En son avis 30.576/3 du 27 février 2001 relatif au projet qui a abouti au décret de la Région flamande du 1 mars 2002 portant assentiment à la convention précitée, qui fait également l'objet du projet à l'examen, le Conseil d'État a estimé qu'il se justifiait d'inscrire une réserve dans le décret en question.