Mijnheer de bondskanselier, in mijn eerste toespraak heb ik u aangesproken op de minderhedenkwestie in Karinthië. Dat is een Europees probleem. Ik ben erg dankbaar dat u een voorstel heeft gedaan, die neerkomt op een grote stap voorwaarts.
Monsieur le Chancelier, dans ma première allocution, je vous ai soumis le problème des minorités de Carinthie - un problème européen -, et je vous suis très reconnaissant de nous présenter une proposition marquant une avancée considérable dans ce domaine.