« Met betrekking tot de interest van leningen van financiële instrumenten en de in artikel 90, 11°, bedoelde inkomsten die worden betaald in uitvoering van een lening betreffende financiële instrumenten, gesloten en integraal vereffend door tussenkomst van een erkend gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van financiële instrumenten, is, in afwijking van het eerste lid, de schuldenaar van de roerende voorheffing welke deze voorheffing op de belastbare inkomsten moet inhouden niettegenstaande elke andersluidende overeenkomst, de beheerder van het erkend gecentraliseerd systeem.
« Par dérogation à l'alinéa 1, en ce qui concerne les intérêts de prêts d'instruments financiers et les revenus visés à l'article 90, 11°, qui sont payés en exécution d'un prêt portant sur des instruments financiers, conclu et intégralement liquidé par le biais d'un système centralisé agréé de prêts d'instruments financiers, le redevable du précompte mobilier, qui doit retenir celuici sur les revenus imposables nonobstant toute convention contraire, est le gestionnaire du système centralisé agréé.