Art. 3. Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 4, 6, 7, 10, 11 en 12, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind of het door de werknemer opgevoed kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Art. 3. Pour l'application de l'article 2, n 2, 4, 6, 7, 10, 11 et 12, l'enfant adopté ou l'enfant naturel reconnu ou l'enfant élevé par le travailleur sont assimilés à l'enfant légitime ou légitimé.