In haar zesde middel is de verzoekende partij in de zaak nr. 4040 van mening dat artikel 29, § 1, tweede lid, 1°, van de bestreden wet de bij artikel 1
5 van de Grondwet gewaarborgde onschendbaarheid van de woning aantast, door de personen die zijn belast met het opsporen en het
vaststellen van de inbreuken op de bestreden wet, toe te staan om « zich te allen tijde toegang [te] verschaffen tot al
le plaatsen waar de erkende personen hun activi ...[+++]teiten uitoefenen ».
Dans son sixième moyen, la partie requérante dans l'affaire n° 4040 estime qu'en autorisant les personnes chargées de rechercher et de constater les infractions à la loi attaquée à « pénétrer en tous temps et en tous lieux où les personnes agréées exercent leurs activités », l'article 29, § 1, alinéa 2, 1°, de la loi attaquée méconnaît l'inviolabilité du domicile garantie par l'article 15 de la Constitution.