De richtlijn 2000/35/EG biedt de lidstaten de mogelijkheid om, voor bepaalde categorieën van overeenkomsten die in de nationale wetgeving moeten worden omschreven, de termijn waarna verwijlinteresten opeisbaar zijn, vast te leggen op maximaal zestig dagen, mits zij de medecontractanten ervan weerhouden die termijn te overschrijden of een dwingende interestvoet vaststellen die aanmerkelijk hoger is dan de interestvoet van de richtlijn.
La directive 2000/35/CE permet que pour certaines catégories de contrats à définir par la législation nationale, les Etats membres fixent à un maximum de soixante jours le délai au-delà duquel des intérêts de retard sont exigibles, s'ils empêchent les cocontractants de dépasser ce délai ou s'ils fixent un taux d'intérêt obligatoire dépassant sensiblement le taux de la directive.