Bij het vaststellen van het bestaan van een « strafvervolging » in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens houdt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens rekening met drie criteria : « de juridische kwalificatie van de betwiste maatregel in het nationaal recht, de aard zelf ervan en de aard en de strengheid van de ' sanctie ' » (zie met name, in verband met de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs, EHRM, 28 oktober 1999, Escoubet t. België, § 32).
Afin de déterminer l'existence d'une « accusation en matière pénale » au sens de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, la Cour européenne des droits de l'homme a égard à trois critères : « la qualification juridique de la mesure litigieuse en droit national, la nature même de celle-ci, et la nature et le degré de sévérité de la ' sanction ' » (voy. notamment, concernant le retrait immédiat de permis, CEDH, 28 octobre 1999, Escoubet c. Belgique, § 32).