61. benadrukt dat het verlangen v
an het publiek naar ethisch gemotiveerde grenzen voor de gen- en biotechnologie terecht is en dat de Europese Unie, bijvoorbeeld in het kader van het Handvest van de fundamentele rechten, de richtlijn voor klinisch onderzoek en het vijfde kaderprogramma voor onderzoek reeds bepaalde grenzen heeft vastgele
gd; verplicht zich ertoe om met name na de afsluiting van de werkzaamheden van
het niet-permanent comité voor de menselijke ...[+++]genetica en andere technologieën van de moderne medische wetenschap na te gaan of verdergaande beperkingen op Europees niveau nodig en op hun plaats zijn;
61. souligne que les limites d'inspiration éthique que l'opinion souhaite voir imposer à la biotechnologie sont fondées et que l'Union européenne a déjà fixé certains garde-fous, par exemple dans le cadre de la charte des droits fondamentaux, de la directive relative aux essais cliniques ainsi que du cinquième programme-cadre de recherche; s'engage à examiner, notamment lorsqu'auront été menés à bien les travaux de la commission temporaire sur la génétique humaine et d'autres technologies de la médecine moderne, si d'autres restrictions sont nécessaires ou opportunes au niveau européen;