2. erkent dat discriminatie op grond van ras of etnische afstamming en de verschillende vormen van uitbuiting van migrerende werknemers, vooral van illegale werknemers en zwartwerkers, een belemmering vormt voor de verwezenlijking van een hoge tewerkstellings- en sociale beschermingsgraad, economische en sociale samenhang, economische groei, rendement en solidariteit;
2. reconnaît que les discriminations reposant sur la race ou l'origine ethnique, tout comme les diverses formes d'exploitation du travail des migrants, y compris notamment le travail au noir, entravent la réalisation d'un niveau élevé d'emplois et de protection sociale, la cohésion économique et sociale, la croissance économique et l'efficacité ainsi que la solidarité;