In bijna alle belangrijkste gevallen - Oost-Azië, China en India - sinds het begin van de jaren '50 ging het om een gedeeltelijke en geleidelijke opening voor importen en buitenlandse investeringen, waarbij de binnenlandse capaciteit werd uitgebreid om te voldoen aan een toenemende binnenlandse en buitenlandse vraag.
La quasi‑totalité des cas les plus marquants, comme l'Extrême‑Orient, la Chine et l'Inde depuis le début des années 1950, ont associé une ouverture partielle et progressive à l'importation, l'investissement étranger et l'extension des capacités nationales pour répondre à un marché interne et d'exportation en expansion.