De instellingen van openbaar nut en de gelijkgestelde instellingen die van de federale overheid afhangen, moeten ook een bijkomende onderbenutting van 1,4 miljoen euro realiseren, i.e. een totale onderbenutting vastgelegd op 134,7 miljoen euro.
Les organismes d'intérêt public ainsi que les organismes assimilés dépendant du pouvoir fédéral doivent réaliser une sous-utilisation totale fixée à 134,7 millions d'euros.