Met uitsluiting van de misdrijven die worden genoemd in artikel 29 van het Verdrag, en de misdrijven die op het niveau van de Europese Unie geharmoniseerd zijn, kan de uitvoerende gerechtelijke autoriteit de tenuitvoerlegging weigeren van een Europees arrestatiebevel dat is uitgevaardigd met betrekking tot een gedraging die krachtens de wetgeving van de uitvoerende lidstaat niet als een strafbaar feit wordt aangemerkt en die tenminste ten dele buiten het grondgebied van de verzoekende lidstaat heeft plaatsgevonden.
En excluant les délits visés à l'article 29 du traité et les délits qui ont fait l'objet d'une harmonisation au niveau de l'Union européenne, l'autorité judiciaire d'exécution peut refuser d'exécuter un mandat d'arrêt européen émis pour un acte qui n'est pas considéré comme une infraction selon son propre droit national et qui ne s'est pas produit, même en partie, sur le territoire de l'État membre d'émission.