10. betreurt het dat in een
aanzienlijk aantal gevallen is vastgesteld dat lidstate
n zich ten onrechte beroepen op dwingende redenen van algemeen belang (art. 15 van de diensten
richtlijn), met als enig doel hun binnenlandse markt te beschermen en te bevoordelen; is van mening dat een beroep op dwingende redenen van algemeen belang altijd objectief g
erechtvaardigd moet zijn ...[+++] en strikt in verhouding moet staan tot het nagestreefde doel, zoals het Europees Hof van Justitie (EHJ) in zijn jurisprudentie stelt; benadrukt het feit dat omslachtige vereisten inzake de rechtsvorm en de aandeelhouders, territoriale restricties, onderzoeken naar de economische behoeften en vaste tarieven ongerechtvaardigde belemmeringen vormen voor bedrijven die zich efficiënt in het buitenland willen vestigen, en de interne markt voor diensten schade toebrengen; 10. regrette le nombre considéra
ble de cas recensés dans lesquels les États membres recourent de manière inappropriée à des raisons impérieuses d'intérêt général (article 15 de la directive "Services") dans le seul but de protéger ou de favoriser leu
r marché national; estime que le recours à des raisons impérieuses d'intérêt général devrait toujours être justifié de manière objective et strictement proportionné à l'objectif poursuivi, conformément à la jurisprudence de
la Cour de justice ...[+++] européenne; insiste sur le fait que les exigences excessives relatives aux formes juridiques et aux actionnaires, les restrictions territoriales, les examens des besoins économiques et les tarifs fixes créent des obstacles injustifiés à un établissement transfrontalier efficace et nuisent au marché unique des services;