9. roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat de verlening van de minimis-subsidies niet leidt tot concurrentieverstoring en dat de overkoepelende doelstellingen van het GVB, zoals ecologische, sociale en economische duurzaamheid, niet geschaad worden door de toekenning van de minimis-subsidies; herinnert de lidstaten aan hun gemeenschappelijke plicht om een goede milieutoestand van de Europese zeeën te bewerkstelligen, zoals bepaald in de maritieme kaderrichtlijn;
9. invite les États membres à faire en sorte que l'octroi de subventions de minimis n'entraîne pas une distorsion de la concurrence et qu'il ne soit pas porté atteinte aux objectifs généraux de la PCP, comme la durabilité environnementale, sociale et économique, du fait de l'octroi de ces subventions; rappelle aux États membres leur obligation commune de parvenir à un bon état écologique des mers européennes, comme énoncé dans la directive-cadre "stratégie pour le milieu marin";