De beoordeling van de professionele hoedanigheden op het einde van de evaluatieperiode wordt door de korpscommandant uitgesproken en gemotiveerd, en wordt uitgedrukt in één van de volgende termen : " onvoldoende" - " voldoende" - " goed" - " zeer goed" .
L'appréciation des qualités professionnelles à la fin de la période d'évaluation est prononcée et motivée par le chef de corps, et est exprimée dans un des termes suivants : " insuffisant" - " suffisant" - " bien" - " très bien" .