Art. 29. De minister kan bij de toekenning van een verhoogde subsidie, bij de aanvaarding van andere werken dan de werken, vermeld in artikel 33 en 34, bij de erkenning van het strategische karakter van een project of bij de toekenning van een subsidie voor een project vermeld in artikel 16, 1°, d, altijd bijkomende voorwaarden opleggen in het kader van eventuele nieuwe beleidsvisies.
Art. 29. Le ministre peut à tout temps, lors de l'octroi d'une subvention majorée, lors de l'acceptation d'autres travaux que les travaux visés aux articles 33 et 34, lors de la reconnaissance du caractère stratégique d'un projet ou lors de l'octroi d'une subvention pour un projet visé à l'article 16, 1° d imposer des conditions supplémentaires dans le cadre de nouvelles visions politiques éventuelles.