5. wijst erop dat het voor de EU, haar instellingen en de lidstaten van fundamenteel belang is om de naleving van gemeenschappelijke Europese waarden als omschreven in artikel 2 VEU te waarborgen en d
at zo snel mogelijk moet worden overgegaan tot de toepassing en tenuitvoerlegging van alle instrumenten waarin de Verdragen momenteel in dit verband voorzien en tot de voorbereiding
van de op de nodige plaatsen in de Verdragen aan te brengen wijzigingen; benadrukt dat de verplichting om aan de Kopenhagen-criteria te voldoen na de toetred
...[+++]ing niet is verjaard, maar ook tegenwoordig van toepassing is op de lidstaten, dat de grondrechten deel uitmaken van het primaire recht van de Unie en dat deze bij de toepassing van het Unierecht door iedere rechter of autoriteit moeten worden geëerbiedigd, zowel op Unie- als op nationaal niveau; betreurt in dit verband met name dat de onderhandelingen over toetreding tot het EVRM zo lang aanslepen en het feit dat de toetreding van de EU tot het EVRM nog altijd niet is voltooid; 5. rappelle qu'il est fondamental pour l'Union européenne, pour ses institutions et pour les États membres de garantir le respect des valeurs européennes communes énoncées à l'article 2 du traité UE et qu'il faut d'urgence appliquer et mettre en œuvre tous les instruments actuellement prévus par les t
raités à cet effet, tout comme préparer les modifications à apporter aux traités là où elles sont nécessaires; souligne que l'obligation de respecter les critères de Copenhague reste en vigueur pour les États membres de l'Union, même après leur adhésion, et que les droit
s fondamentaux font partie ...[+++] du droit primaire de l'Union et qu'il convient de les respecter dans le cadre de l'application de ce droit par quelque juridiction ou autorité que ce soit, tant au niveau national qu'européen; regrette notamment, à cet égard, la longueur des négociations d'adhésion de l'Union à la CEDH et déplore que cette adhésion ne soit pas déjà ratifiée; 
